Skip to main content
Shaping Europe’s digital future
  • NEWS ARTICLE
  • Publicatie 19 Juni 2025

Studie over de verbreding van de deelname in het kader van het MEDIA-programma Creatief Europa

Deze studie, die is aanbesteed door DG CNECT, heeft tot doel de belangrijkste nationale en regionale steunmaatregelen ter vergroting van de capaciteit van de Europese audiovisuele industrie in kaart te brengen en het effect van deze maatregelen op het vergemakkelijken van de toegang van audiovisuele actoren tot MEDIA-financiering te evalueren.

Logo for Creative Europe MEDIA Programme

Het rapport is een onafhankelijke studie van het consortium Ecorys/Technopolis die de aanbesteding voor deze studie heeft gewonnen. Het werd gebruikt als inputmateriaal voor de tussentijdse evaluatie van Creatief Europa 2021-2027.

De maatregelen voor een gelijk speelveld zijn opgenomen in de rechtsgrondslag van het werkprogramma Creatief Europa als methode om de twee doelstellingen van het onderdeel – het vergroten van de culturele diversiteit en het concurrentievermogen van de Europese audiovisuele industrie – te verwezenlijken. Bij de maatregelen voor een gelijk speelveld wordt rekening gehouden met de verschillen tussen de landen wat betreft de productie en distributie van audiovisuele inhoud (met name hun specifieke taalkundige en geografische kenmerken), om de samenwerking tussen lidstaten met verschillende audiovisuele capaciteiten te vergroten. Ze zijn regelingsspecifiek en in 2021 zijn ze herzien en aangepast op basis van de prestaties van de landen in het programma 2014-2020.

Het algemene doel van de studie was om de belangrijkste nationale en regionale steunmaatregelen vast te stellen die gericht zijn op het vergroten van de capaciteit van de Europese audiovisuele (AV) industrieën en om het effect van deze maatregelen op het vergemakkelijken van de toegang van de AV-exploitanten tot MEDIA-financiering te evalueren. In de studie werd ook de Europese meerwaarde van MEDIA-maatregelen beoordeeld en werd voorgesteld hoe deze tijdens de rest van het programma kan worden gemaximaliseerd om een gelijker speelveld in het Europese AV-ecosysteem te bevorderen.

In de studie werd vastgesteld dat de jaarlijkse overheidsfinanciering in de EU-27 tussen 2021 en 2023 op 6,7 miljard EUR wordt geraamd. Dit omvat 3,1 miljard EUR aan subsidies, 2 miljard EUR aan belastingprikkels en -kortingen en 1,4 miljard EUR aan investeringen van de publieke omroepen in fictie-uitgaven. Uit de analyse blijkt dat subsidies en subsidies voornamelijk gericht zijn op de subsectoren film en tv, met beperkte steun voor videogames, festivals en opleidingen. Bovendien is de financiering sterk gericht op productie en ontwikkeling, waardoor er lacunes ontstaan in de distributie en de publieksontwikkeling. De regelgevingsmaatregelen die zijn afgestemd op de richtlijn audiovisuele mediadiensten verschillen aanzienlijk van lidstaat tot lidstaat, waarbij landen met een hoge capaciteit (HCC’s), zoals Frankrijk en Denemarken, hogere heffingen en investeringsverplichtingen opleggen in vergelijking met landen met een lagere capaciteit (LCC’s).

Uit een driehoeksverhouding tussen de vastgestelde en in kaart gebrachte steunmaatregelen en de evaluatie van statistische en MEDIA-programmagegevens blijkt dat er over het algemeen een sterke positieve correlatie bestaat tussen de beschikbare financiering voor de publieke AV-sector en de deelname aan MEDIA.

Het MEDIA-programma speelt een cruciale rol bij het vergroten van de capaciteit van de audiovisuele sector en het bevorderen van een gelijk speelveld, met name voor lokale en regionale overheden. In 2021-2022 heeft MEDIA meer dan 1400 projecten gefinancierd, met aanzienlijke voordelen voor lokale en regionale overheden op het gebied van opleiding, bijscholing en internationalisering. De acties van MEDIA, waaronder de ontwikkeling van Europese leisteen en co-ontwikkeling, hielden verband met het scheppen van banen, hoewel de meeste banen tijdelijk waren. Ondanks het relatief kleine aandeel van MEDIA in de totale financiering van de audiovisuele sector, werd ervan uitgegaan dat het een onevenredig positief effect had, met name bij het aanpakken van lacunes in de ontwikkeling van vaardigheden, internationale distributie en markttoegang voor exploitanten van kleine en middelgrote ondernemingen.

In de studie wordt onder meer aanbevolen de indicatoren voor de AV-capaciteit te verfijnen en de landengroepen bij te werken om beter rekening te houden met de sectorale behoeften en te zorgen voor billijke toegang tot financiering, en meer structurele en andere nationaal beschikbare Europese middelen door de lidstaten te gebruiken om de capaciteit van hun audiovisuele markten te vergroten, met name voor de ontwikkeling van vaardigheden en digitale innovatie.

Lees het volledige onderzoek.

Lees meer over het MEDIA-programma Creatief Europa.

OSZAR »